In 1903 vonden wij in het jaarboek van de vereniging niet minder dan 32 zeiljachten van meer dan 5 ton, 15 kleinere zeiljachten, slechts 3 motorjachten en maar 11 stoomjachten, waaronder enkele opvielen wegens hun grootte : 

  • De steamer “NEMO” – 60 ton van de Luikse bankiers Nagelmackers
  • De steamer “PRIMAVERA II” – 270 ton van François Empain
  • De steamer “STELLA” – 67 ton van Georges Carels uit Gent
  • De steamer “SUZON” – 35 ton van H. van Heurck uit Antwerpen, en het vlaggeschip
  • De steamer “VEGLIA” – 1000 ton van Baron Nathan de Rotschild, thuishaven te Trieste.

Er bestond een nauwe samenwerking tussen motorvaart en zeilvaart. In 1904 werd het club-zeiljacht “President Lenglez” aan boord geladen van het stoomjacht “METEOR” (235 ton) en naar Kiel gevoerd om er deel te nemen aan de Kielr woche. Het stoomjacht behoorde toen toe aan J.B. Letzer. Ook de bemanning, bestaande uit Edm. De Laet, Ed. Binders en Eug. Bloem maakten de reis mee aan boord, alsmede een delegatie van 5 bestuursleden van de S.R.N.A.

Eén van de weinig vreedzame ambities van Keizer Wilhelm II van Duitsland beoogde destijds de Kieler Woche te verheffen tot de gelijke van de Cowes Week. Door persoonlijk aan de zeilwedstrijden deel te nemen met zijn jacht -een schoener van meer dan 40 meter- zocht hij de loef af te steken van zijn ook politieke concurrent, de kroonprins Albert van Wales.

De S.R.N.A werd in 1904 nog door drie andere zeiljachten te Kiel vertegenwoordigd: de Nautilus, een boeier van 50 ton van Pres. von Bernuth, de Milenka, een yawl van 24.5 ton van F. Letzer, secretaris van S.R.N.A en de Mona (13 ton) van Alf. Pauli.

In 1910 hield men snelheidswedstrijden Antwerpen – Rupelmonde- Antwerpen, waaraan 24 motorjachten deelnamen volgens een handicap-formule.

Deze dappere motoristen waagden zich zelfs, met hun min of meer experimentele motoren en zonder boordradio, aan een kruistocht van Dover naar Brussel.

Maar in 1914 waren er nog slechts 5 stoomjachten: “NOMAD” (74 ton) Graaf L. Lagarde (Antwerpen), “IDEAL” (42 ton) F. De Ceuster (Boom), “SARCELLE” (30 ton) H. Wartel (Antwerpen), “EXPRESS” (27 ton) Henri Cogels (Antwerpen), “SUZON” (9.75 ton) H. Claessens (Antwerpen).

In 11 jaar tijd waren de motorjachten zeer sterk opgeklommen met 44 eenheden. Onder de eigenaars vinden we Jan Olieslagers, de Antwerpse vlieger-pionier, wiens jacht natuurlijk “AERO” heette (16pk).

De sterkste motor ontwikkelde 40 pk in “LA BOHEMIENNE” van Fritz Bracht. Ene Mr. J. Delsaux uit Boom had, met 24 pk reeds een glijboot ontwikkeld (hydroplane).