Men mocht zich verder verheugen in de hoogste bescherming:
in 1899 liet Koning Leopold II “een prachtig kunstvoorwerp met een waarde van 1.000 F” afgeven als prijs voor de wedstrijden van 15 oogst;
in 1895 reeds had kroonprins Albert de wedstrijden met zijn aanwezigheid vereerd;
in 1900 verleende hij zijn hoge bescherming en, koning geworden in 1910, schonk hij in 1911 een beker aan S.R.N.A. ter gelegenheid van de “Week van Antwerpen”.
Hoogwaardigheidsbekleders lieten zich evenmin onbetuigd: op 20.2.1891 aanvaardde senator Arthus van den Nest (van den Nestlei in Antwerpen), later gouverneur van de Provincie Antwerpen, het ere-voorzitterschap en schonk in 1907 een prachtig bronzen beeld, als enig stuk gegoten door Jef Lambeaux, en voorstellend “De Nimf, Eros en de Faun”, als prijs voor de zeiljachten van de Zes Meter Klas.
Dit kunstwerk is nog steeds in het bezit van de Club. De “challenge” of wisselprijs werd achtereenvolgens gewonnen door jachten uit Amsterdam, Berlijn, Parijs, Londen, Glasgow, Liverpool, Gotheburg, Antwerpen en Oostende.
Een ander kunstwerk, genaamd “L’Epave”, in de bombastisch-romaanse strijl van de tijd, werd door een andere Gouverneur, Baron Osy de Zegswaart, geschonken. Zonder veel omhaal verleende de overheid van toen een daadwerkelijke steun aan de watersport.