Vóór 1914 werden vergaderingen, banketten, conferenties, niet gehouden in wat men nog altijd aanzag als de “garage”, maar in diverse lokaliteiten van de stad: Hotel Métropole, Café de la Cité en het Koninklijk Kunstverbond. In 1902 beschikte men over een eigen zaal met bibliotheek in de Taverne Royale, waar de “Winterclub” iedere maandag vergaderde voor conferneties, concerten, enz. Het gebruik om de Jaarlijkse Algemene Vergadering te besluiten met een banket werd ingevoerd in 1896 en tot heden volgehouden.

Onze zeilende grootvaders waren ook grote pretmakers en fijnbekken : de spijskaart van het banket gegeven op 17 december 1910, vermeldt -de nagerechten niet meegerekend- niet minder dan zeven gangen, ieder op zich bijzonder aantrekkelijk, maar in hun geheel, naar onze maatstaven bepaald overdadig.

Het festijn werd opgeluisterd door twee zangers van de Koninklijke Schouwburg (Théâtre Royal). Maar hebben de disgenoten na zoveel tafelgenoegens wel de artistieke prestaties van beide operazangers weten te appreciëren? De deelnemingsprijs bedroeg 21 F (=2100BEF). Onder de aanwezigen waren er toen weinig die konden vermoeden dat de wreedheden van de nazomer van datzelfde jaar 1914, onuitwisbare wonden zouden slagen die slechts langzaam zouden helen.